“Over #Lee, het katje uit Peru, loopt mijn mailbox vol. De grote meerderheid scheldmails. Waar ik het in godsnaam vandaan haal om mij hierin te moeien, ‘mediageil’, ‘geldverkwister’, ‘virusverspreider’, ‘er zijn katten genoeg’…. Een ander deel neemt het dan weer eenzijdig op voor de eigenares van Lee, die op het schild wordt geheven als heldin van het dierenwelzijn.
Ook deze laatsten volg ik, voor alle duidelijkheid, niet. Het niet respecteren van de rabiës-voorschriften is ongelooflijk dom en letterlijk levensgevaarlijk, voor mens én dier. Het is niet voor haar dat ik in deze zaak tussen kom. Wel voor het dierenwelzijn en heus niet alleen voor Lee maar wel voor een honderdtal dieren per jaar. Ik meen dat de Europese Verordening 576/2013 (https://eur-lex.europa.eu) door het FAVV met de voeten wordt getreden – en daarmee ook het dierenwelzijn.
Concreet stelt artikel 35 (zie onder) van die Verordening dat, wanneer wordt vastgesteld dat de rabiës-voorschriften niet werden nageleefd, zoals in het geval van kater Lee, in eerste instantie moet worden getracht het dier terug te sturen. Is dat onmogelijk dan dient te worden overgegaan tot quarantaine – vanzelfsprekend op kosten van de overtreder. Enkel wanneer beide voorgaande maatregelen niet mogelijk zijn, dient geopteerd te worden voor euthanasie. De Europese regelgeving volgt dus eigenlijk de logica: straf de overtreder, niet het dier, áls het enigszins kan. In de praktijk blijkt het FAVV voor wat België betreft, gewoon direct over te gaan tot euthanasie terwijl de federale overheid zelf verantwoordelijk is voor de uitvoering van voormelde verordening én dus ook voor de quarantaine (opnieuw: op kosten van de overtreder natuurlijk).
Het gaat dus niet alleen over dit individuele geval maar wel over een structureel verankerde, verkeerde, praktijk. Volgens mijn informatie worden er jaarlijks tot wel honderd dieren onderschept vanwege overtreding van de rabiësregels.
Ik meen dat een minister van Dierenwelzijn, als die zijn taak wat ernstig neemt, dan moet tussenkomen.
Art. 35
Maatregelen wanneer tijdens de in de artikelen 33 en 34 bedoelde controles blijkt dat niet aan de voorschriften wordt voldaan
1. Wanneer uit de in de artikelen 33 en 34 bedoelde controles blijkt dat een gezelschapsdier niet voldoet aan de voorwaarden van hoofdstuk II of III, besluit de bevoegde autoriteit in overleg met de officiële dierenarts en, indien nodig, met de eigenaar of de gemachtigde persoon om:
a) het gezelschapsdier terug te sturen naar zijn land of gebied van verzending;
b) het gezelschapsdier onder officieel toezicht af te zonderen gedurende de tijd die nodig is om te voldoen aan de in hoofdstuk II of III vastgestelde voorwaarden, of
c) in laatste instantie, wanneer terugzending of afzondering niet uitvoerbaar is, het dier af te maken overeenkomstig de toepasselijke nationale voorschriften inzake de bescherming van gezelschapsdieren bij het doden.
2. Wanneer het niet-commerciële verkeer van gezelschapsdieren naar de Unie door de bevoegde autoriteit wordt geweigerd, worden de gezelschapsdieren onder officiële controle afgezonderd in afwachting van:
a) hun terugkeer naar hun land of gebied van verzending, of
b) de vaststelling van een ander administratief besluit betreffende die gezelschapsdieren.
3. De in de leden 1 en 2 genoemde maatregelen worden toegepast op kosten van de eigenaar, zonder mogelijke financiële compensatie voor de eigenaar of de gemachtigde persoon.”
Bron: Facebook Ben Weyts
Foto : Ben Weyts